Herkennen van atypische verrichtingen

9 februari 2024


Onderstaande niet-exhaustieve voorbeelden kunnen helpen om deze atypische verrichtingen te herkennen:

- De cliënt lijkt boven zijn stand te leven rekening houdende met zijn beroepsactiviteiten;

-de cliënt vraagt de beroepsbeoefenaar hem bij een kredietinstelling te introduceren om rekeningen te openen hoewel de vennootschap klaarblijkelijk geen activiteiten uitoefent in dit land en de cliënt klaarblijkelijk geen duidelijk beeld heeft van haar toekomstige activiteiten in dit land;

-de aankoopfacturen worden steeds betaald bij ontvangst terwijl dit niet gebruikelijk is in die sector of voor die bedragen;

-de aankoopfacturen worden onmiddellijk gevolgd door verkoopfacturen voor bijna hetzelfde bedrag (verhoogd met een kleine marge);

-het geld blijft nooit lang op de bankrekening van de vennootschap (doorsluisrekening);

-beleggingen voor een buitengewoon bedrag gezien het profiel van de cliënt;

-inbreng in contanten bij de oprichting of een kapitaalverhoging;

-inbreng in natura (materiaal / rekening courant) dat klaarblijkelijk overgewaardeerd is;

-kapitaalverhoging door inbreng in natura van een rekening courant dat zelf deels uit contanten bestaat;

-verdachte vereffening van een vennootschap kort na de oprichting;

-deelnemingen die de melder als verdacht beschouwt;

-verschillende wijzigingen van de statuten op korte tijd: wijziging van het maatschappelijke doel, de maatschappelijke zetel, en regelmatig wijziging van de zaakvoerders;

-de werkelijke activiteit stemt niet overeen met die in de statuten;

-voor sommige verkoopfacturen ontbreken de vervoerdocumenten, stortingen in contanten

–vermoeden van btw-fraude (verkoop in het zwart);

-vermoedelijke valse facturen (onregelmatigheden bij aankoopfacturen);

-omzetcijfer wordt slechts gedeeltelijk in de boekhouding opgenomen;

-talrijke aankoopfacturen zijn van een en dezelfde onderaannemer afkomstig (valse facturen of btw-carrouselfraude);

-onregelmatigheden bij facturen binnen dezelfde groep;
 
-een groot aantal aankoopfacturen is afkomstig van een en dezelfde groep;

-de vennootschap betaalt diverse consultancykosten aan offshorevennootschappen;

-de jaarrekeningen worden niet of laattijdig neergelegd;

-de middelen die voortvloeien uit de beroepsactiviteit van de cliënt staan niet in verhouding met de activiteitensector;

-de cliënt doet steeds een beroep op verschillende uitoefenaars van boekhoudkundige beroepen;

-de vennootschap heeft geen werknemers, wat gezien de activiteitensector niet normaal is;

-de vennootschap doet verschillende aankopen (boten, luxevoertuigen, enz.) zonder verband met de activiteit van de vennootschap.

-Ten aanzien van klanten met een verhoogd risico moet bovendien bijzondere aandacht besteed worden aan volgende verrichtingen:
•belangrijke bancaire verrichtingen met het buitenland die niet in overeenstemming zijn met de kennis die men heeft betreffende zakelijke activiteiten van de cliënt;
•rekeningen van klanten, leveranciers, bank of anderen die onbetaald zijn of waar gedurende lange tijd geen beweging gebeurt.